Jeugdtrainers bouwen aan toekomst WSG DraGor.
Als onderdeel van een breder plan om onze (structurele) vrijwilligers meer in het zonnetje te zetten is het deze maand de beurt aan onze jeugdtrainers:
- Hylke de Haan (trainer o.17; op de foto linksonder);
- Tim Hoitinga (trainer o.15; op de foto rechtsonder); en
- Pepi Hoitinga en Laura Hager (trainsters o.13; op de foto links- en midden-boven).
Wij hebben deze trainers gevraagd om een aantal vragen te beantwoorden over hun ervaringen, tips en tricks, en verbeterpunten met betrekking tot het training geven aan de jeugd.
Tim is al meer dan drie jaar betrokken bij het training geven aan onze jeugd en is daarmee de langstzittende trainer, gevolgd door Hylke (bijna drie jaar), Pepi (anderhalf jaar), en Laura (begonnen na de zomer).
Als je alles meeneemt (voorbereiden, training geven, coachen), dan zijn Tim en Hylke beiden zes tot acht uur per week bezig met het trainerschap. Hylke doet daar nog een schepje bovenop door op zondag ook de regionale training in Heerenveen mede te verzorgen en het Friese meidenteam te trainen en coachen. De twee dames wisselen wat meer af bij de jongste jeugd, maar ook daar zit anderhalf tot drie uur per week in. Voor alle trainers komt er dan ook nog een keertje de reistijd erbij op; petje af hoor!
Tim en Hylke zijn ook duidelijk in wat zij het leukste vinden aan het training geven: de kinderen beter maken en onderdeel zijn van hun vooruitgang. Of zoals het Tim het zegt: “proberen de kinderen beter te laten worden dan de Heren 1 spelers.” De kinderen vooruit zien gaan vindt Laura ook erg leuk aan training geven, daarnaast vindt ze het erg leuk om te zien dat de kinderen plezier hebben in de training. Pepi laat de kinderen vooral ook zelf aangeven waar ze moeite mee hebben in de wedstrijden en waar ze graag beter in willen worden. Vervolgens bedenkt ze dan een training met leuke oefenvormen (maar ook spelletjes) om de kinderen met plezier beter te laten worden.
Als het gaan om leer- en verbeterpunten, dan geeft Tim aan dat hij zichzelf graag nog zou willen ontwikkelen in het bedenken van oefeningen die goed aansluiten bij de technieken die hij graag aan de jeugd wil leren. Hylke vindt het vooral lastig om goed aan te sluiten bij het verschil in niveau bij de jeugd: “in een gymzaal kun je sneller dingen voor doen of manuele leerhulp (fysieke begeleiding) aanbieden, in het zwembad is dit niet altijd even praktisch.” Daarnaast merkt Hylke ook dat de kinderen niet altijd goed doorhebben wanneer de technieken uit de training in de wedstrijd kunnen worden toegepast (wees gerust Hylke; ook de senioren hebben daar last van). Laura en Pepi geven ook aan dat ze graag meer variatie willen kunnen aanbrengen in de trainingen die ze geven, en daarbij vooral creatief te zijn in de oefenvormen die ze bedenken. Als waterpolocommissie willen wij graag op deze behoeften inspelen en zijn bezig om maandelijkse overleggen te organiseren waarbij de trainers onderling kunnen sparren over leuke en geschikte oefenvormen.
Op de vraag wat het belangrijkste is dat de trainers meegeven aan “hun” jeugd, zijn de verschillende trainers het redelijk eens: samenspelen in het team en spelplezier. Hierin herkent de waterpolocommissie ook belangrijke kernwaarden van WSG DraGor: wij willen ons namelijk positioneren als één van de gezelligste verenigingen in het noorden van Nederland, zonder dat dit ten kosten gaat van spelers/speelsters die graag elke week op het scherpst van de snede willen trainen en spelen. Een belangrijk punt dat Pepi hieraan toevoegt is dat de kinderen zich niet uit het veld laten slaan door een beslissing van de scheidsrechter of een tegenstander die vervelend is; gewoon lekker hun eigen spelletje spelen (ook een aantal senioren kunnen hier nog van leren!).
Deze kijk in het jeugdtrainerschap willen wij graag afsluiten met een zeer gemeend bedankje voor deze top vrijwilligers die elke week weer aan de badrand staan! Jullie zijn van essentieel belang in de ontwikkeling van WSG DraGor naar een regionale top-vereniging!
(De anderen die op deze foto staan proberen het assisteren bij de trainingen te combineren met werk en school, en zijn er daardoor niet structureel.)